058-2963300
Onderzoek: betaald voetbal geeft plezier, verbindt en draagt 2 miljard euro bij aan het BBP

Onderzoek: betaald voetbal geeft plezier, verbindt en draagt 2 miljard euro bij aan het BBP

9 april 2021, 12:00

Betaald voetbal is niet ‘maar een spelletje’, het speelt een belangrijke rol in het leven van miljoenen mensen in Nederland. Hoeveel impact het op de maatschappij heeft, is in kaart gebracht door PwC. De belangrijkste conclusies van dit onderzoek getiteld De maatschappelijke impact van het betaald voetbal zijn:

  • Het betaald voetbal bindt 8,2 miljoen liefhebbers door alle lagen van de bevolking heen.
  • Het betaald voetbal levert de Nederlandse economie 2,03 miljard euro op.
  • De interesse in betaald voetbal is enorm. Gemiddeld besteedt de voetballiefhebber er 11 uur per week aan. Dat is 26% van de vrije tijd.
  • Clubs in het betaald voetbal helpen via MVO-projecten jaarlijks 283.299 mensen verder op het gebied van gezondheid, werk of onderwijs.
  • Betaald voetbal organisaties (BVO’s) hebben juist in hun regio een zakelijke en maatschappelijke functie in het verbinden. In totaal zijn er 12.557 zakelijke en maatschappelijke bedrijven en organisaties actief in het betaald voetbal.

8,2 miljoen voetballiefhebbers
In een samenleving waar mensen op zoek zijn naar saamhorigheid, zorgt het betaald voetbal voor verbinding. Tussen supporters op de tribune, tussen vrijwilligers op de club. En het verbindt voetballiefhebbers op de werkvloer, in de kroeg, op sociale media of in de wijk.

Nederland telt 8,2 miljoen liefhebbers van betaald voetbal. Van de mensen die af en toe een wedstrijd op TV kijken tot en met seizoenkaarthouders die wekelijks in het stadion zitten. Per speelronde volgen miljoenen mensen de wedstrijden voor de buis en zijn er gemiddeld 205.574 mensen in het stadion.

Gemiddeld 11 uur per week
TV kijken, naar het stadion gaan, praten over voetbal. De ruim 8 miljoen voetballiefhebbers zijn gemiddeld 11 uur per week bezig met betaald voetbal, dat is 26% van hun vrije tijd. Vooral met TV-kijken (gemiddeld 3,4 uren), het stadion bezoeken (1,7 uur), erover praten (1,5 uur), social media (1,3 uur) en lezen (1,1 uur). De meest fanatieke groep haalt zelfs de 20 uur per week. Meer dan 65% van hen geeft aan dat dat positief bijdraagt aan het hebben van een sociaal netwerk. Het is voor velen een belangrijk onderdeel van hun sociale leven, ‘ergens bij horen’.

Podium voor maatschappelijke thema’s
In een tijd waarin inclusiviteit en diversiteit belangrijke thema’s zijn, is het betaald voetbal een podium voor maatschappelijke discussies. Qua diversiteit scoort het betaald voetbal op het veld goed. Van de profvoetballers heeft 31% een niet-Nederlandse nationaliteit of dubbele nationaliteit. In totaal hebben ze 65 verschillende nationaliteiten. Veel van deze spelers zijn rolmodellen die ervoor zorgen dat jonge kinderen uit alle hoeken van de samenleving hun dromen durven na te jagen, gezonder proberen te leven en hun best doen op school.

Betaald voetbal clubs helpen proactief mensen vooruit in het leven. Dat gebeurt via verschillende maatschappelijke projecten op gebied van participatie, educatie, gezondheid en re-integratie op de arbeidsmarkt. Zo helpen BVO’s bijvoorbeeld kinderen die moeilijk kunnen leren, kunnen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt via het netwerk van de club re-integreren en zijn er middagen waarop demente ouderen aan de hand van foto’s herinneringen ophalen aan vervlogen tijden. Elk jaar doen in totaal 283.299 deelnemers hieraan mee, een verdubbeling ten opzichte van 2015. Hiermee maakt het betaald voetbal voor velen direct het verschil.

Hogere bijdrage BBP
Eerdergenoemde cijfers onderbouwen dat betaald voetbal een positieve invloed heeft op het sociaal-maatschappelijke vlak en op het welzijn van mensen, maar hoe zit dat met de economische waarde? De onderzoekers berekenden dat de directe bijdrage aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland op 2,03 miljard euro uitkomt. Ter vergelijking: in 2015 lag dit bedrag 60% lager dan nu.
Nederlanders besteden dus veel meer geld dan voorheen aan betaald voetbal. Variërend van het kiezen van een abonnement op ESPN voor live-wedstrijden tot en met het bestellen van een hapje en drankje in het café als men daar voetbal kijkt. Ook zorgt het betaald voetbal voor steeds meer werkgelegenheid. De BVO’s en de overkoepelende organisaties zijn goed voor 3.254 FTE’s. Indirect ligt dit aantal nog vele malen hoger, wanneer gekeken wordt naar alle bij het voetbal betrokken cameramensen, verkeerregelaars, horecapersoneel etc.

Waarde voor de regio
Het rapport maakt naast de directe impact ook de indirecte waarde duidelijk. Die is minstens zo belangrijk. Profclubs vormen een platform voor lokale en regionale partijen om te verbinden en van betekenis te kunnen zijn. In totaal zijn er 12.557 zakelijke en maatschappelijke bedrijven en organisaties actief in het betaald voetbal. Via dit netwerk leren mensen elkaar kennen, doen ze zaken met elkaar, maar helpen ze elkaar ook verder.

Het kan nog beter
De afgelopen jaren zijn goede stappen gezet die ervoor hebben gezorgd dat de maatschappelijke impact van betaald voetbal verder is toegenomen. Dat geeft energie om door te pakken, want er zijn ook zaken die nog beter kunnen. Zoals diversiteit buiten de lijnen. Zo is slechts 5% van de raad van bestuur van de BVO’s vrouw. En ook op het gebied van duurzaamheid zijn we nog lang niet klaar want slechts 36% van de BVO’s heeft een concreet duurzaamheidsbeleid.

Het onderzoek
Het onderzoek van PwC is gedaan in opdracht van de KNVB, de Eredivisie CV (ECV) en de Coöperatie Eerste Divisie (CED). Vijf jaar geleden schreef PwC het rapport De kracht van voetbal. De methodiek die toen is ontwikkeld, is ook grotendeels voor dit onderzoek gebruikt, aangevuld met nieuwe inzichten.

De maatschappelijke impact is gemeten aan de hand van vijf thema’s, die gekozen zijn omdat ze herkenbaar zijn voor de BVO’s en aansluiten bij een aantal duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. De thema’s zijn: verbinding, welzijn, educatie, economie en duurzaamheid.
De data voor het onderzoek is afkomstig uit drie bronnen, te weten: deskresearch (data van ECV, KNVB, CED en openbare bronnen), vragenlijst aan BVO’s en een representatieve enquête onder de Nederlandse bevolking.