Contract Hoofd Opleiding Fedrik Houtstra opengebroken en verlengd
SC Cambuur heeft het contract van Hoofd Opleiding (HO) Fedrik Houtstra opengebroken en verlengd tot de zomer van 2029. De 32-jarige Houtstra stortte zich twee jaar geleden volledig op deze functie en zal dat de komende jaren blijven doen.
De in Leeuwarden geboren en getogen Houtstra is sinds 2013 verbonden aan de opleiding van SC Cambuur. Hij begon als assistent-trainer, werd in 2016 hoofdtrainer van O15 en kreeg daarna O18 onder zijn hoede. Dit combineerde hij met verschillende coördinerende rollen, wat uiteindelijk leidde tot een aanstelling als Hoofd Opleiding.
Tot grote tevredenheid van de club is de opleiding van SC Cambuur onder Houtstra de afgelopen twee jaar verder geprofessionaliseerd. Om continuïteit in de opleiding te creëren, zijn beide partijen nu een nieuwe, langdurige samenwerking aangegaan. Een goede reden om de Hoofd Opleiding te bevragen over de staat van de opleiding.
Fedrik, gefeliciteerd met je contractverlenging. Je bent na jaren trainer te zijn geweest nu bezig aan je tweede seizoen als Hoofd Opleiding. Hoe bevalt deze rol je?
“Heel goed. Het is een zeer gevarieerde, drukke en daardoor leuke rol. Mijn taak als Hoofd Opleiding is om de rode lijn binnen de opleiding te bewaken, van voetbalschool tot O21. Dan heb je het over het inhoudelijke programma op voetbal-, topsport- en fysiek gebied, maar ook bijvoorbeeld over hoe de samenwerking tussen deze verschillende gebieden verloopt. Door met elkaar te sparren en kritische vragen te blijven stellen, proberen we onszelf door te ontwikkelen. Onder meer het creëren van beleid en monitoren ervan, begeleiden van trainers en overleggen met de directie vallen ook onder mijn verantwoordelijkheden.”
Wat zijn sinds jij Hoofd Opleiding bent de grootste veranderingen die binnen de opleiding hebben plaatsgevonden?
“Het beleid is doorontwikkeld en qua staf en specialisten zijn we gegroeid, al zit daar nog best wat rek in. Verder zijn we professioneler gaan handelen omdat we een nog beter idee hebben van wat we willen, hoe we het willen en is onze norm daarin ook verhoogd. Dit stelt ons in staat om op individueel niveau nog beter te bieden wat een speler nodig heeft. Ook het programma voor de spelers is uitgebreid. We doen meer en maken letterlijk meer uren dan voorheen. Al met al kunnen we meer kwaliteit leveren en bieden, waarmee het niveau van de teams ook is gegroeid.”
“Er is de afgelopen jaren veel veranderd, maar de kern is hetzelfde gebleven. Dat is een leeromgeving bieden waarin de speler leert het maximale uit zichzelf te halen. Daar hoort bij dat de speler zelfvertrouwen, maar ook een goed zelfbeeld ontwikkelt. Spelers leren hoe ze het maximale uit zichzelf kunnen halen, niet alleen op voetbalgebied. Hoe word ik beter? Hoe stel ik doelen en houd ik mij daaraan? Onze trainers, die allemaal een achtergrond hebben als docent of een docentenopleiding hebben gevolgd, weten een goed pedagogisch klimaat neer te zetten dat daarvoor nodig is. We bieden het familiaire gevoel van een volksclub, gecombineerd met de lat heel hoog leggen, keihard werken en echt uitgedaagd worden. Dat is voor mijn gevoel een gouden mix die men steeds vaker weet te herkennen.”
Wat zijn de volgende stappen die de opleiding moet zetten?
“Dat zijn er meerdere. We zijn afgelopen anderhalf jaar beter geworden in talentintegratie, de overgang van de opleiding naar het eerste elftal, gezien het hoge aantal debutanten. Maar in de begeleiding gaan en willen we komend seizoen wel nog een stap zetten. Ook zijn we steeds verder aan het professionaliseren en individualiseren. Om nog meer maatwerk te kunnen bieden, zal de organisatie verder moeten uitbreiden.”
“De structuur van de opleiding ziet er volgend seizoen – een beetje noodgedwongen – anders uit. We gaan van vijf naar zes teams. De KNVB wijzigt de landelijke O18- naar een landelijke O19-competitie, waardoor het niet veel zin heeft om verder te gaan met een O18. Dat wordt dus een O19. Dan kun je de rest van de opleiding wel zo houden, maar dan moet een speler de wel heel grote sprong van O16 naar O19 maken. We hebben er daarom voor gekozen om naar een O21, O19, O17, O15, O13 en O11 te gaan. Dit is de meest logische structuur in onze huidige situatie, om ook een logische doorstroom en eerlijk perspectief te kunnen bieden als je in de jongste teams van de opleiding instroomt.
Waar staat de opleiding wat jouw betreft over vijf jaar?
“We willen graag spelers opleiden die leren het maximale uit zichzelf te halen, in de breedste zin van het woord. Spelers die dat kunnen, maken de grootste kans om door te stromen naar het profvoetbal. En zo niet, dan hebben ze er wat aan gehad voor de rest van hun leven. Maar als je puur naar het voetbal kijkt, is het doel om in de toekomst structureel 35 procent van de selectie uit eigen jeugd te laten bestaan, waarvan minimaal twee basisspelers op Eredivisie-niveau. En daarvan moet per drie seizoenen ten minste één zelfopgeleide speler een transfer maken naar een top 8-club in Nederland, een vergelijkbaar niveau in het buitenland, of hoger. Om dit voor elkaar te krijgen willen we met het oudste opleidingsteam minimaal in de top 18 van Nederland blijven spelen. Daarnaast willen we goede staf en specialisten in huis halen en behouden, die zich vervolgens weer doorontwikkelen naar het eerste elftal of bijvoorbeeld doorgroeien naar een topclub. Ook willen we goede faciliteiten hebben om voorwaarden te kunnen bieden. Dat niveau halen we nu met O21 en deels met O18 al, waarbij we al langere tijd heel goede mensen in huis hebben als trainer of specialist, waarvan een groot deel al is doorgegroeid naar het eerste elftal of de stap naar een topclub heeft gemaakt. Onze uitdaging is telkens de opvolger weer in huis of in beeld te hebben, de visie door te ontwikkelen en de faciliteiten verder te upgraden.”
“Of we die droom nu al aan het verwezenlijken zijn? Dit seizoen gaat het met twaalf debutanten heel hard. Ik had niet verwacht dat het er zo veel in zo’n korte tijd zouden zijn en dat het zo snel zou gaan. Dat is enerzijds toe te schrijven aan het niveau waar we nu op spelen, want de stap naar de Keuken Kampioen Divisie is voor een speler kleiner dan de stap naar de Eredivisie, maar het is ook toe te schrijven aan het niveau dat we als opleiding halen. Het laat ook zien dat jongens de kans krijgen bij Cambuur, om in het profvoetbal terecht te komen. Dat is ook een goed signaal naar alle spelers uit de omgeving die hopen de droom te bereiken of in al in het traject zitten.”
“Ook willen we een opleiding zijn die heel intensief samenwerkt met amateurclubs in de regio. Aan het begin van dit seizoen hebben we een regioplan geïntroduceerd. Daar willen we echt in investeren. Wat terugdoen voor de regio. Dat past bij onze identiteit als betrokken volksclub. Daarmee creëer je bovendien een win-win-situatie: we doen wat terug, maar we hebben er ook wat aan als het niveau in de regio omhoog gaat. Interessant is ook dat we deelnemen aan de pilot Duaal Ontwikkelen van de KNVB. Wij zijn hiervoor geselecteerd omdat de bond vindt dat we ten opzichte van andere clubs op dat gebied al best ver zijn. De pilot houdt in dat we een clubscan hebben gekregen en op dit thema zijn doorgelicht. Daar komt straks een advies uit en vervolgens krijgen we komend jaar een heel jaar begeleiding op dit thema. Denk hierbij aan de combinatie studie/voetbal, maar ook persoonlijke ontwikkeling, identiteitsontwikkeling en het nadenken over een Plan B voor als een carrière als profvoetballer niet van de grond komt. Het schijnt dat hier nog heel veel winst valt te behalen in Nederland. Hierin zijn we graag een voorbeeld voor de rest van de BVO’s en zijn deze thema’s al jarenlang belangrijke onderdelen binnen onze opleiding. Met de pilot wordt dat komend seizoen nog meer versterkt, nemen we ook onze maatschappelijke verantwoordelijkheid en maakt ook dat ons als opleiding interessant voor heel veel spelers: twee opleidingen volgen op topniveau.”
Foto’s: Cambuur Media
